Ambulancediensten minder paraat
Door onze verslaggever
ZEVENAAR - Wie in het gebied van
Hulpverlening Gelderland Midden een ongeluk krijgt, heeft een kans van één op
zes dat hij langer dan een kwartier op de ambulance moet wachten. Dat kan langer
worden.
Hulpverlening Gelderland Midden is
verantwoordelijk voor de ambulancezorg in een groot gebied, dat loopt van
Nijkerk in het noordwesten tot de gemeente Rijnwaarden in het zuidoosten. De
gehele Liemers hoort tot het gebied. Hulpverlening Gelderland Midden, de
provincie en de zorgverzekeraars hebben een onderzoek laten verrichten naar de
paraatheid en de spreiding van ambulances in de regio.
Er bestond enige ontevredenheid over de ambulancediensten in Gelderland Midden.
Het kwam regelmatig voor dat ziekenwagens er langer dan een kwartier over deden
om na een dringende oproep bij de patiënt te komen. Als
wettelijke norm geldt dat een ambulance uiterlijk vijftien minuten na de oproep
aanwezig is. In 16,5 procent van de gevallen werd die tijd in Gelderland Midden
overschreden. In plaatsen die vlak bij een ambulancepost liggen, vallen
de aanrijtijden mee.
De problemen liggen vooral in de randgebieden. De resultaten van het onderzoek
leidden tot de suggestie aan de provincie om de standplaatsen van de
ziekenwagens gelijkmatiger over het gebied te verdelen. De Liemers blijft
afhankelijk van de posten Arnhem en Zevenaar, elk met twee ambulances. Tevens
zou de mate van paraatheid moeten worden aangepast.
Op dit moment zijn de meeste ambulances 'paraat': twee minuten opstarttijd en
maximaal dertien minuten aanrijtijd. Die voortdurende paraatheid is kostbaar en
leidt tot overschrijding van het budget.
Het is volgens de plannenmakers
goedkoper om een deel van de parate diensten te vervangen door minder snelle
service, zonder ernstige gevolgen voor de dienstverlening. Vooral in de
nachtelijke uren en in het weekeinde wordt zo fors bespaard. Nu staan er in een
zaterdagnacht vijf ambulances paraat in Gelderland Midden, en zijn er twee
'beschikbaar', met een opstarttijd van drie minuten inplaats van twee minuten.
In de toekomst zouden er dan twee paraat zijn, en vier 'aanwezig'. Een
aanwezigheidsdienst heeft een opstarttijd van vier minuten. Een aanwezige
ambulance doet er dus twee minuten langer over dan een parate.
Er zijn drie varianten van dit basisplan
ontwikkeld, elk met een ander kostenplaatje. Alle betrokken gemeenten
wordt gevraagd om een keus te maken, die wordt voorgedragen aan de Hulpverlening
Gelderland Midden en aan de provincie.
Aanvankelijk hadden de gemeenten tot eind van dit jaar de tijd om te kiezen.
Omdat de minister besloten heeft om meer geld uit te trekken voor de
ambulancezorg ontstaat er echter een nieuwe situatie. De beslissing valt in
maart van het komend jaar.
Artikel uit De Gelderlander van 22-07-2003
Ambulances voortaan altijd paraat
Door onze verslaggever:De GGD- LAND VAN CUIJK - Voor het Land van Cuijk zijn na 1 september 's nachts voortaan drie ambulances permanent paraat en mobiel.
Organisatie
Hart van Brabant heeft besloten de zogeheten slaapdiensten in Grave, Oeffelt en
Veghel helemaal af te schaffen en voor de hele regio over te stappen op drie
ziekenauto's die voortdurend overal inzetbaar zijn en tussen 23.00 en 7.00 uur
geen vaste standplaats meer hebben.
Hart van Brabant zegt met deze nieuwe opzet de responstijd te bekorten en ook de
kwaliteit van de hulpverlening te vergroten.
Regiomanager Van der Brandt van de ambulancedienst:
"Onderzoek heeft uitgewezen dat die slaapdiensten een schijnveiligheid
bieden. De mensen moeten in geval van nood snel wakker worden en meteen een
topprestatie leveren. Dat is niet goed voor de prestatie en ongezond voor de
medewerkers. Parate hulpverleners in de nacht zijn weliswaar duurder, maar
bieden wel een betere hulpverlening."
Dat de gemeenteraad van Grave zich zorgen maakt over de beëindiging van de
bezetting 's nachts van de a
"We hebben hier goed over nagedacht. Bovendien blijft het nog steeds
mogelijk dat op sommige momenten in Grave een ziekenauto is gestationeerd. Want
als de wagen in Oeffelt wordt weggeroepen, rijdt straks de wagen uit Uden meteen
naar het Land van Cuijk om alvast in het gebied te zijn als er iets gebeurt. Het
kan goed zijn dat zo'n wagen dan de hele nacht permanent paraat door de regio
rijdt of soms bivakkeert bij een politiepost."
De organisatie van de ambulancedienst in de regio bestaat nu 's nachts nog uit
drie slaapdiensten in Grave, Oeffelt en Veghel en één parate wagen in Uden.
Met ingang van 1 september krijgt de regio parate wagens in Oeffelt, Uden en
Veghel.
Overdag heeft de regio, waaronder naast het Land van Cuijk ook Oss, Uden en
Veghel vallen, voor spoedeisende klussen en ziekenvervoer de beschikking over
zeven ambulances: twee in Oeffelt, één in Grave, drie in Uden en één in
Veghel.
De verplaatsing op termijn van de ambulancepost in Oeffelt naar een nieuwe
standplaats op het Transportcentrum in Beugen is volgens de regiomanager nog
niet zeker.
"We wachten nog steeds op het spreidingsplan. Pas als ik weet dat in een
bepaald gebied de aanrijtijden vanaf een andere locatie sneller zijn, kan ik
maatregelen nemen. Ik weet dat nog niet."
Met de verplaatsing van de Oeffeltse ambulances naar Beugen zou het zuidelijk
deel van het Land van Cuijk mogelijk sneller bereikbaar worden, alhoewel de
dienst Venray met name Vierlingsbeek, Maashees en Overloon 'bedient'. Op hun
beurt zorgen de ziekenauto's uit het Land van Cuijk voor de dekking in de kop
van Noord-Limburg (Gennep).
Sinds de overname van de Graafs/Velpse ambulancedienst SAD is de volledige
ambulance-hulpverlening in handen van de GGD Hart voor Brabant. Grave ging deel
uitmaken van de regio Brabant-Noord, één van de 25 nieuwe ambulanceregio's die
op dit moment in Nederland gevormd zijn. Het district Brabant-Noord omvat naast
het Land van Cuijk, de regio's Oss, Den Bosch en Boxtel, Uden en Veghel. Als
onderdeel van de vorming van de nieuwe ambulanceregio's werd twee jaar geleden
al de ambulancedienst in Boxmeer overgenomen door de GGD. Een overname van de
ambulancedienst Velp/Grave ketste toen echter af.
Aansluiting van het gehele Land van Cuijk, inclusief Grave bij de GGD
Brabant-Noord betekende dat het ambulancevervoer, zowel spoed als besteld patiëntenvervoer,
ook in een veel groter verband kon worden georganiseerd. Landelijk wordt
inmiddels gewerkt volgens één protocol en uiterlijk van personeel en materieel
is aangepast aan het landelijk beeld.
Van een automatische koppeling van de ambulance-organisatie aan het Boxmeerse
Maasziekenhuis is ook geen sprake meer. De coördinatie van de ziekenauto's in
deze regio is in handen van de centrale in Den Bosch.
Is het Land van Cuijk voor hulpverlenende organisaties (brandweer, politie,
ambulance ) altijd een gecompliceerd gebied geweest (meerdere provinciegrenzen,
landsgrens, nabijheid grote steden), in het ziekenvervoer zijn de
overlapgebieden nu goed afgedekt. Bovendien maakt de regio ook gebruik van de
traumaheli uit Nijmegen.
In het Land van Cuijk rijden de ziekenauto's dagelijks gemiddeld zeven ritten;
2500 per jaar waarvan 600 in de kop van Noord-Limburg.
De helft van de ritten is spoed (al dan niet met 'toeters en bellen'), de rest
is besteld vervoer. De ziektekostenverzekeraars financieren het
ambulancevervoer, maar provincie en gemeenten betalen mee aan een optimale
inzet, zoals vijf beschikbare wagens in de regio in de avonden en weekeinden.
Ambulance en gezin gaan slecht samen
Door JASPER ROMBOUT De ambulancepost van het Zuiderblok van het Rivierenland Ziekenhuis in Tiel
loopt langzaam vol. Een tiental mannen en vrouwen, gestoken in lichtgroene
pakken met fluorescerende strepen op de benen, nestelt zich rond de
koffietafel.De klok slaat drie uur en de wisseling van de wacht is een feit.
Chauffeur Barry de Jong en zijn 'maat' en verpleegkundige Guus van het Riet
maken zich op voor hun dienst. Zestien uur lang bemannen zij wagen 12. Samen hebben ze 21 jaar ervaring op de ambulance. In die tijd is er veel
veranderd. Bezuinigingen, stijgende werkdruk, steeds meer stremmingen in het
verkeer en langer wordende dagen. "De gedrevenheid is er nog, maar de
Florence Nightingale-gedachte is over", vat Guus de stemming onder
ambulancepersoneel kort samen. "Het werk op de ambulance, het
redden van andere mensen uit ideologie, is een aanslag op het dagelijks leven
van het personeel", meent De Jong. "Ik ben bijna nooit écht vrij.
Mijn gezinsleven, mijn sociale leven, ikzelf en zelfs mijn werk lijden eronder.
Als ik tien dagen vrij ben in de maand moet ik blij zijn als ik geen pieper op
zak heb. Zwemmen met de kinderen zit er niet in, als je wordt gepiept dan moet
je direct weg." Of de situatie verantwoord is, weten
de collega's niet. "Bedoel je dan voor mij of voor de patiënt?",
vraagt de verpleegkundige peinzend. "Het antwoord maakt niet uit, beiden
hebben onder de druk te lijden", vult Barry aan. "Je kunt niet
verwachten van een mens dat hij na acht uur werk waakzaam gaat slapen en direct
vanuit zijn bed 100 procent is. Toch verwacht men het van ons, en wij doen onze
stinkende best." De situatie zoals Barry die beschrijft heet in ambulancejargon piketdienst.
Na een dagdienst van 15.00 tot 23.00 uur neemt de chauffeur de wagen mee naar
huis. Daar wacht hij op een alarmoproep. "Het is niet de vraag of, maar
wanneer dat kreng afgaat. Dan is het hele huis wakker, want het is geen
telefoonwekker, maar eerder een flinke deurbel." "Het huwelijk met een
ambulancebroeder is geen pretje, vaak sneuvelt de relatie", mijmeren de
ambulancebroeders. De rust wordt wreed verstoord door de scanner. Een 71-jarige
man uit Tiel heeft tijdens een fietstocht hartklachten gekregen. Wagen 12 wordt
op pad gestuurd. Een kronkelroute van het ziekenhuis van Tiel naar de rand van
het centrum begint. Drempels, foutgeparkeerde auto's, files en een wirwar van
éénrichtingswegen zorgen ervoor dat de hemelsbrede rit van enkele honderden
meters, toch nog tien minuten duurt. De man blijkt in redelijk goede toestand te verkeren. Van het Riet legt de
man in de wagen. Terwijl hij op geruststellende toon zijn vragen formuleert,
plakt hij de elektroden voor het hartfilmpje op de borst van de man. Uit
voorzorg brengt hij een naald in voor een infuus. "Stel dat de oproep ernstiger was geweest en we hadden 's nachts naar
het nabijgelegen Maurik gemoeten, dan weet je vantevoren dat het waarschijnlijk
al geen zin meer heeft", constateert De Jong met enige zorg in zijn stem.
"Dat is het grote nadeel van de piketdiensten, bij een parate dienst rijd
je zo weg. Het risico van die diensten zou het ministerie moeten ondervangen.
Dan slapen wij ook eens goed." Die nacht zal hun lichte slaap één keer verstoord worden door het geschel
van de pieper. 's Ochtends bij het afleveren van de wagen bij het ziekenhuis
blijken hun collega's minder fortuinlijk. Zij hebben dezelfde uren gemaakt als
Van het Riet en De Jong, maar wanneer rond 08.15 een spoedrit binnenkomt,
plakken zij nog eens twee uur extra aan hun dienst. Wanneer zij uitklokken
hebben ze achttien uur gewerkt. Toch wordt in de post gelachen. Eén van de
broeders vraagt naar een collega die hij al lang niet gezien heeft. "Oh,
die is drie maanden met verlof, hij kan eindelijk zijn overuren opmaken",
weet Guus. "Gemiddeld hebben we hier ongeveer 100 tot 115 uren te
compenseren, maar Thijs had er extreem veel. 415 zware uren." Op verzoek van de betrokkenen zijn de namen in dit artikel gefingeerd
TIEL - Ambulancepersoneel draait lange dagen. Zestien uur per dag is geen
uitzondering. De directeuren luidden vorige week de noodklok. "Werken op de
ambulance is een aanslag op je leven."